De paardenbloem (Taraxacum officinale) is een soort uit de composietenfamilie (Asteraceae). In deze familie zijn bloemen sterk gereduceerd en klein en staan ze dicht bij elkaar in een bloemhoofdje. Paardenbloemen zijn heel algemeen. In april kunnen ze hele weilanden geel kleuren. Dat neemt niet weg dat bepaalde micro-soorten en secties zeldzaam kunnen zijn. Een andere naam is Dadelion
De paardenbloem komt van oorsprong voor in Afrika, Azië en Europa en is door toedoen van de mens over veel andere plaatsen verspreid. Het bloemhoofdje van de paardenbloem lijkt op een bloem, maar is feitelijk samengesteld uit een groot aantal kleine bloemetjes. Het bestaat uit alleen gele lintbloemen. De pappus bestaat uit haren en kan beschouwd worden als een gereduceerde kelk. Zie voor verdere uitleg composietenfamilie. De stengel is altijd hol en heeft nooit bladeren. De bladeren staan in een bladrozet bij elkaar. Ze zijn diep ingesneden tot bochtig getand. Bij kneuzing vloeit uit de plant een witte, melkachtige vloeistof, die paardenbloemenmelk wordt genoemd. Deze laat bruine vlekken achter.
De wortel is een penwortel die decimeters diep de grond in kan dringen. Wanneer hij afbreekt op behoorlijke diepte kan deze zich herstellen en meerdere rozetten geven.
Paardenbloemen zijn ook ware liefdesboodschappers. Blaas de zaadjes van een verwelkte paardenbloem weg in de richting van je geliefde om je gedachten over te brengen. Zowel de wortels als de bladeren van een paardenbloem zijn geneeskrachtig.
Weinig mensen weten dat de gele bloemhoofdjes van de paardebloem eetbaar zijn. Meer nog, ze zijn nog lekker ook en heel erg gezond. Paardenbloemen bevatten lecithine, een stof die ons lichaam broodnodig heeft voor een goede hersenfunctie en een normaal cholesterolgehalte. Paardenbloemen kan je gemakkelijk introduceren in je voedingspatroon door er heerlijke gelei van te maken, die ze vroeger 'arme mensenhoning' noemden. De gelei smaakt inderdaad lichtjes naar honing.
De paardenbloemwortel staat ook bol van voedingsstoffen. Het is daarom aan te raden regelmatig verse paardenbloem als wilde groente te eten. Er zitten zeer veel bitterstoffen in. Voorts bevat het fytosterolen, vetzuren waaronder linolzuur, linoleenzuur, palmitinezuur en oleïnezuur. Verder zitten er flavonoïden, fenolzuren, slijmstoffen, tannines, de vitaminen B1, B2, B3, C, choline en de mineralen calcium, seleen, chroom, magnesium, zink, mangaan en zwavel in. (http://mens-en-gezondheid.infonu.nl...)
Het blad van paardenbloem heeft een iets andere samenstelling. In het blad zitten vele fytonutriënten. Er zitten de vitaminen A, B1, B2, C, E, choline en carotenoïden in. Qua mineralen bevat het blad ijzer, calcium, magnesium, mangaan, natrium, seleen, silicium, fosfor en koper. Paardenbloem is goed voor de werking van de lever. Het heeft een galverhogende en galverdrijvende werking en hierdoor kan de lever beter voedsel verteren. Paardenbloem is ook goed voor de spijsvertering en bevordert de speekselsecretie. (http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/)
Het kan geen kwaad om sla af en toe aan te vullen met jonge paardenbloemblaadjes. Paardenbloem is ook bekend onder de naam molsla; vroeger lag op iedere Europese groentemarkt de molsla of paardenbloemblad uitgestald. Behalve rauw eten kun je het blad ook koken of roerbakken. De smaak is eerder bitter.
Eigenschappen
Stimulering lever
Kalmerend bij overactiviteit
Spier en weefsel ontspannend
Blokkering, spanning in het lichaam
Toepassingen
Voorjaarsmoeheid, voorjaarsgriep
Stijve/gespannen spieren door overactiviteit
Stijve gewrichten (te hoog urinezuur gehalte)
Stijve nek, schouders, rugpijnen
Knieën met jicht
Pijnlijke menstruatie
Stimulering, ontgiftiging lever
Naast het romantische wegblazen van de zaadjes van de verwelkte bloem zijn dus de bloemdelen ook opwekkend en goed voor lichaam, spieren en gewrichten en dat is op zich al afrodiserend.