Jopen Malle Babbe

Bier Malle Babbe
Informatie

Het bier wordt gebrouwen in Brouwerij Jopenkerk te Haarlem. Het is een donkerblond bier, type Dunkelweizen met een alcoholpercentage van 5,5%. Het bier is vernoemd naar Malle Babbe, een dame van lichte zeden uit Haarlem ten tijde van Frans Hals, die haar portretteerde. Dit schilderij staat afgebeeld op het etiket. De term Malle Babbe werd nog bekender door het lied, gezongen door Rob de Nijs.

Op dit etiket staat een lelijke vrouw met een wit kapje op, een kanten kraag om en een uil op haar schouder. Waarom deze afbeelding en hoezo de naam Malle Babbe?

Malle Babbe wordt gebrouwen door de Jopen brouwerij  uit Haarlem.

Malle babbe

Alcoholpercentage: 
5,5%
Kenmerken
Soort bier:
Gistingswijze:
Sensuele toets
Sensuele verantwoording

Het bier bevat kruidnagel. Er is een leuk verhaal verbonden aan het bier. Het gaat niet enkel over het liedje van Boudewijn de Groot over de arme prostituee maar ook over een lelijke vrouw en beschonken zijn. Zie hieronder

Extra informatie

Lennaert Herman Nijgh (Haarlem, 29 januari 1945 – aldaar, 28 november 2002) was een Nederlands tekstdichter. Nijgh maakte voorZigeunermeisjeal naam als tekstdichter voor Boudewijn de Groot, een jeugdvriend met wie hij opgroeide in Heemstede. Samen bezochten ze het Coornhert Lyceum in Haarlem. Ook nadat Nijgh na twee jaar het gymnasium verliet om zijn opleiding aan het Kennemer Lyceum te Overveen voort te zetten, bleven ze bevriend. Hij schreef Malle Babbe voor Boudewijn de Groot.

In 1970 had Adèle Bloemendaal een nummer genaamd “Malle Babbe”, met de muziek van Boudewijn de Groot en de tekst van de uit Haarlem afkomstige Lennaert Nijgh. In 1973 had Rob de Nijs een hit met het lied Malle Babbe; hetzelfde nummer als die van Bloemendaal hoewel aangepast op essentiële vlakken. Malle Babbe wordt in beider liederen afgeschilderd als een prostituee; in de versie van De Nijs als een prostituee die hij begeert, in Bloemendaals versie wordt dit nummer gezongen vanuit de ‘ik-vorm’.

De tekst van het lied Malle Babbe gaat over een bloedmooie prostituee die door alle mannen wordt begeert, maar die zondags in de kerk door diezelfde mannen wordt genegeerd en achteraan op de laatste bank moet zitten. Ook de zanger begeert haar, maar hij fantaseert over een aanstaand huwelijk.

Malle babbeBoudewijn de Groot is het nummer eind jaren negentig en begin van het millenium zelf ook gaan opvoeren tijdens zijn theatershows.

Hier verteld hij nog weleens de anekdote dat toen Lennaert Nijgh dit nummer schreef, hij fantaseerde over een bloedmooie, wulpse en voloptueuze schone die hij ooit op een schilderij van Frans Hals had gezien en van wie hij dacht dat het Malle Babbe was. Jaren later toen het nummer reeds een grote hit was zag hij het echte schilderij van Frans Hals met de naam Malle Babbe. Daarop stond een oude lelijke heks met een uil op haar schouder.

Malle Babbe is een schilderij van Frans Hals, dat in de periode 1633 – 1635 is gemaakt. Het hangt in de Berliner Gemäldegalerie en is eigendom van de Stiftung Preußischer Kulturbesitz. Het is ook onder de namen Hille Bobbe en de Heks van Haarlem bekend.

Het schilderij meet 75 × 64 cm en toont het borstbeeld van een oudere lachende vrouw, die aan de hoek van een tafel zit. Met haar rechterhand houdt de vrouw de greep van een metalen bierkroes vast, die op tafel staat. Het deksel van de kroes is geopend. Op de linkerschouder van de vrouw zit een uil. De kleding van de vrouw is eenvoudig en komt overeen met de mode rond 1630. Het gezicht is door de lach en de toegeknepen ogen in een grimas veranderd. De manier van schilderen is ongebruikelijk voor de 17e eeuw en lijkt meer op die van de Impressionisten uit de 19e eeuw.

Uit onderzoek in het gemeentearchief van Haarlem bleek dat er ook een echte Malle Babbe heeft bestaan, iets wat later bevestigd zou worden door middel van documenten van het Noord-Hollands archief. Haar naam was Barbara Claes, en was sinds 1646 opgenomen in het arbeidshuis omdat zij verstandelijk gehandicapt was, en waarschijnlijk leed aan cretinisme. Daar stierf ze in 1663; het is onbekend hoe oud ze is geworden. De bijnaam Malle Babbe zou te danken zijn aan de verbastering van Malle Barbara; gekke Barbara. Ook Pieter Hals, een zoon van Frans Hals, is opgenomen geweest in het arbeidshuis. Onbekend is of Frans Hals Malle Babbe heeft ontmoet; het schilderij is volgens Hals-kenners zo’n 10 jaar eerder geschilderd.

De uil is door Hals waarschijnlijk pas later aangebracht en slaat mogelijk op het oud-Nederlandse gezegde “Zoo beschonken als een uil“.

Eind 2002 stierf Nijgh na een kort ziekbed op 57-jarige leeftijd.

Bron : http://www.wandelgek.nl/?page_id=14239