Hop (Humulus lupulus L.) is een tweeslachtige plant van de familie Cannab(in)aceae, waartoe ook hennep (Cannabis sativa L.) behoort. Enkel de hopbellen van de vrouwelijke hopplant worden als essentiële grondstof voor bier gebruikt. Vrouwelijke hopbellen bevatten lupulinepoeder, waarin tal van verbindingen aanwezig zijn, die aan bier een bittere smaak verlenen en tevens fungeren als natuurlijke bewaarstoffen.
Hop is een tere plant, die niet overal gedijt. Hop stelt bijzondere eisen aan de intensiteit en de golflengteverdeling van zonlicht, zodat de commerciële hopteelt beperkt blijft tot gebieden tussen de 35ste en de 55ste breedtegraden. De voornaamste hopstreken in de wereld zijn Hallertau (Beieren), Yakima (Washington), Kent (VK) en Bohemen (Tsjechië) in het noordelijk halfrond en Australië en Nieuw-Zeeland in het zuidelijke halfrond. In totaal wordt op zo’n 55.000 hectaren ongeveer 80 000 ton hop geöogst. Er bestaan zowat 40 verschillende variëteiten (cultivars) van Humulus lupulus, waaruit de brouwer een keuze kan maken, aangepast aan het biertype dat hij wenst te brouwen.
Een hopplant telt 12 tot 20 nuttige levensjaren.
‘s Winters sterven de bovengrondse delen van de plant af, maar de wortelstokken blijven bestaan. Een wortelstok kan in gunstige omstandigheden tot 1,5 meter verticaal en tot 2 meter horizontaal doorgroeien. Bij het begin van de lente ontstaan scheuten aan de wortelstokken. De jonge hopscheuten zijn een culinaire delicatesse! Bij commercieel gekweekte hopplanten worden enkele scheuten in wijzerzin rond draden geleid, die verder vastgehecht worden aan een ingewikkeld netwerk van latten en palen om het omhoog klimmen van de plant te leiden. Een hopplant kan een hoogte van 8 meter bereiken.
In het noordelijk halfrond situeert de hopgroei zich vooral tussen april en juli. In gunstige omstandigheden kunnen hopranken zelfs tot 35 centimeter per dag groeien! Gemiddeld haalt een hopplant een groeisnelheid van 10 centimeter per dag, waardoor hop één van de snelstgroeiende planten is in het plantenrijk. Commerciële hopplantages worden frequent behandeld om schimmels (meeldauw, witziekte) en ongedierte (luizen, rode spinmijten) tegen te gaan. Totnogtoe bestaan er - helaas - geen hopvariëteiten, die resistent zijn tegen predatoren.
Eens de hopplant volgroeid is (einde juni, begin juli), begint de bloei. Na zowat een maand groeien de vrouwelijke bloemen uit tot zogenaamde hopbellen, terwijl de mannelijke bloemen gewoon verwelken. Het is wettelijk verboden mannelijke en vrouwelijke hopplanten in éénzelfde hopveld te kweken, omdat bevruchte hop van mindere brouwkwaliteit is. Door de aanwezigheid van vetten en oliën in de zaadjes kan immers geen schuim op bier gehouden worden.
Rijpe hopbellen worden geöogst tegen einde augustus, begin september. Vroeger werden de hopbellen manueel geplukt, maar tegenwoordig gebeurt dit machinaal. De machine snijdt de ranken af in het hopveld en onmiddellijk worden in het hopbedrijf de hopbellen gescheiden van ranken en bladeren. Vervolgens worden de hopbellen voorzichtig gedroogd met hete luchtblazers aan matige temperaturen (lager dan 65°C). Immers, het gehalte vocht in verse hop, dat 75 tot 80% bedraagt, dient onmiddellijk teruggebracht te worden tot minder dan 12%, daar anders hop snel beschimmelt en kapot gaat. Tenslotte wordt de gedroogde hop in balen verpakt en gestockeerd, liefst bij lage temperatuur.
Hop bevat talrijke biochemische verbindingen, die deels instaan voor de verdediging van de plant tegen alle mogelijke ongunstige omgevingsfactoren. Deze beschermstoffen zitten geconcentreerd in uitwendige orgaantjes, de lupulineklieren, achter de schutblaadjes van de hopbel. Zowel voor de bierproductie, als voor gezondheidseigenschappen zijn enkel de lupulineklieren van belang. Elk kliertje – een soort bolletje – is samengesteld uit een geel, kleverig poeder, dat lupuline genoemd wordt. Lupulinepoeder bevat o.a. hopzuren, essentiële hopolie en hop-polyfenolen. Deze bestanddelen vindt men in wisselende concentraties in de verschillende hopvariëteiten terug. Aldus bezit elke hopvariëteit intrinsieke eigenschappen, die verschillen van elke andere hopvariëteit. Bij de grove verdeling van hop in bitter-typen en aroma-typen komen deze fijne karakteristieken onvoldoende tot uiting.
Hopzuren
Men onderscheidt twee verwante series hopzuren: alfa-hopzuren of humulonen en beta-hopzuren of lupulonen. De humulonen hebben geen directe toepassing, maar, wanneer hop gekookt wordt met wort (wort is een suikeroplossing, bekomen door enzymatische afbraak van zetmeel uit gerstemout of toegevoegde granen), worden de humulonen omgezet tot de zogenaamde isohumulonen, die aanwezig zijn in alle bieren (van ongeveer 10 tot 100 milligram per liter, of zelfs meer). Isohumulonen verlenen typische eigenschappen aan bier. Ze zijn verantwoordelijk voor de bittere biersmaak, ze zijn essentieel voor de stabiliteit van bierschuim en ze dragen bij tot de houdbaarheid van bier door het afweren van Gram-positieve bacteriën. Hop werd in de Middeleeuwen vooral gebruikt om de bewaartijd van bier te verlengen, eerder dan voor de smaak.
Bier moet in het donker bewaard worden. Onder invloed van licht ontstaat een onaangename “lichtsmaak” (“kattepis”). Daarom moet bier bewaard worden in bruine of groene flesjes en wordt het best in de kelder gezet. Met de huidige geavanceerde hopproducten, ontwikkeld in gespecialiseerde laboratoria voor gebruik in brouwerijen, wordt de invloed van licht tot een minimum beperkt of zelfs helemaal vermeden. Door gebruik te maken van hoogtechnologische hopproducten kan men de bitterheid van het eindproduct precies instellen, de stabiliteit van het schuim verbeteren en het bier zelfs in kleurloze flesjes bewaren zonder dat een lichtsmaak ontstaat.
Beta-hopzuren of lupulonen hebben een krachtige antibacteriële werking. Ze geven Gram-positieve micro-organismen weinig kans om in bier te gedijen. Derivaten van lupulonen beschermen bier tegen oxidatie.
Essentiële hopolie
De essentiële hopolie - de vluchtige fractie van hop - bestaat uit meer dan 300 componenten. Daaronder bevinden zich de zogenaamde koolwaterstof-terpenen, die hop een aangenaam aroma geven. Humuleen is één van de voornaamste terpenen in een hoogwaardig, hoppig aroma, maar vooral de interactie tussen diverse aromacomponenten is belangrijk. De essentiële hopoliën worden onderverdeeld in een aantal aromatische fracties met kenmerken, zoals bloemig, esterig, citrusachtig en kruidig.
Een hoppig aroma is uiterst belangrijk om de bierkwaliteit te appreciëren. Traditioneel gebruiken brouwers een bitter-type hop bij de aanvang van het wortkoken om de gewenste bitterheid te bekomen en een aroma-type hop tegen het einde van het koken om een hoppig aroma te produceren. Om biersmaken te modifiëren kunnen hopoliefracties toegevoegd worden, die uit hop bekomen worden via hoogtechnologische procedures. Aldus is een brouwer in staat bier naar wens te aromatiseren.
Hop-polyfenolen
Tot de hop-polyfenolen rekent men tenminste 100 componenten. De eigenschappen van deze substanties zijn belangrijk voor bier. Sommige polyfenolen beschermen het bier tegen oxidatie, andere worden verantwoordelijk geacht voor het vertroebelen van bier bij langdurig bewaren. Brouwers zijn daarom niet zo gelukkig met de aanwezigheid van grote hoeveelheden polyfenolen in bier. Daarom worden de meeste polyfenolen verwijderd tijdens het productieproces. Dit procédé garandeert een langere houdbaarheid.
Geneeskrachtige hopolie
Hop wordt momenteel haast uitsluitend gebruikt als grondstof voor het brouwen van bier, vermits hopzuren en essentiële hopolie cruciaal zijn voor de smaak en het aroma van bier. Nochtans is hop doorheen de geschiedenis uitgebreid toegepast geworden als gezondheidsbevorderend middel. In farmacopeeën en deskundige referentiewerken heeft hop steeds een belangrijke plaats ingenomen. Hop werd beschreven als kalmeermiddel tegen toestanden van onrust, angst en slaapstoornissen van nerveuze aard. Hiervoor werden bij voorkeur hopbellen gebruikt, die tenminste 0,35% essentiële hopolie bevatten. In Duitsland zijn nog steeds meer dan 50 producten en bereidingen, die hop bevatten, voor deze indicaties op de markt. Als basismateriaal voor deze medicijnen worden gedroogde hopbellen (‘strobuli’) in poedervorm gebruikt. In de farmacologische nomenclatuur zijn ze bekend als ‘Strobuli lupuli’.
Aan hop werden in het verleden nog andere geneeskrachtige eigenschappen toegekend. De plant werd gebruikt tegen hypergevoeligheid, zenuwachtigheid, zwaarmoedigheid, krampen, zenuwpijnen, migraine, zwaarlijvigheid. Verder zou hop ook antiseptische, antibiotische, pijnstillende, vochtafdrijvende, tuberculostatische en anafrodisiacale werkingen hebben. Momenteel is het medicinaal gebruik van hop beperkt tot de kalmerende werking van de hopbellen. Hoewel het werkingsmechanisme niet opgehelderd is, hebben diverse studies aangetoond dat hop een licht kalmerende en slaapbevorderende werking heeft. Hop en de essentiële hopolie zijn zodanig complex dat de werking wellicht niet aan één bestanddeel kan worden toegeschreven, maar aan een interactie tussen verschillende componenten. Hopextracten, die in het laboratorium onderzocht worden, reageren niet noodzakelijk op dezelfde wijze als in een natuurlijk milieu. Een reden te meer waarom de gezondheidsbevorderende effecten van hop heel moeilijk te onderzoeken zijn in klassieke klinische studies.
In de farmacologische praktijk wordt hop doorgaans gecombineerd met andere kalmerende plantenextracten, zoals valeriaan, passievrucht of melisse. Dat maakt het nog moeilijker om een beeld te krijgen van de effecten van hop afzonderlijk. Aangenomen wordt dat de slaapverwekkende werking dient toegeschreven aan de essentiële hopolie. In dit perspectief heeft een kussen, gevuld met hop, een erkende reputatie als efficiënt hulpmiddel voor de slaap. Het kussen moet wel regelmatig gevuld worden met verse hop. Door de warmte (lichaamstemperatuur, gelaatswarmte) gaat de essentiële olie vervluchtigen en een kalmerend effect veroorzaken (soort aromatherapie).
Daarnaast zijn er ook kalmerende kruidenthees op basis van hop verkrijgbaar. Hopthee mag je niet in water koken. Het is beter een infuus te bereiden met warm water en de theepot af te dekken. Hop wordt niet alleen in thee verwerkt, maar ook in pillen, dragees, extracten, siropen en tincturen (fytotherapie). Nog een interessante toepassing is badolie of –gel met hopextracten, waaraan kalmerende, anti-stresserende eigenschappen worden toegeschreven.
Een onmiddellijke respons met hoppreparaten is zeker niet de regel. In het algemeen dient men een kuur te volgen gedurende een bepaalde periode om een effect te bekomen. In prestigieuze kuuroorden, zoals in Bad Gögging in Duitsland, wordt vaak beroep gedaan op de relaxerende werking en andere medicinale eigenschappen van hop.
- Hop is vooral bekend als remedie bij slapeloosheid, nervositeit, zenuwpijn en overgangsproblemen.
- In Engeland wordt een kompres gedrenkt in een kwart liter hopthee met 2 eetlepels azijn aangebracht op het voorhoofd tegen spanningshoofdpijn.
- In Duitsland ruiken ze bij spanningshoofdpijn aan verse fijngewreven hopbellen.
- In China wordt hop gebruikt bij longtuberculose en blaasontsteking.
- Het wordt genoemd in de British Herbal Pharmacopeia en vooral aanbevolen bij rusteloosheid en nerveuze hoofdpijn en/of indigestie.
- Culpeper raadde hop in de 17e eeuw aan voor geelzucht, lever- en maagaandoeningen, bij hoofdpijn en huidinfecties en om het bloed te zuiveren.
- Alfred Vogel (1902-1996) raadde hopthee aan bij seksuele overprikkeling en in combinatie met citroenmelisse, als slaapbevorderend middel.
- De thee en tinctuur worden veel gebruikt als middel tegen slapeloosheid.
- Sinds is aangetoond dat xanthohumol (stofje in de hop) kankerpreventieve eigenschappen heeft, is men aan het kijken om met xanthohumol verrijkt bier op de markt te brengen.
Hop-polyfenolen als fyto-oestrogenen en anti-kankermiddelen
Totnogtoe werd zeer weinig aandacht besteed aan andere, bewezen bio-actieve eigenschappen van hop. Daarom heeft het Laboratorium voor Farmacognosie en Fytochemie van de Faculteit Farmaceutische Wetenschappen aan de Universiteit Gent, onder leiding van Prof. Dr. D. De Keukeleire, een researchprogramma opgestart rond de oestrogene en kankerbeschermende eigenschappen van hop. Het is al lang bekend dat overvloedige blootstelling aan hop invloed heeft op de vrouwelijke hormonale cyclus en dat menstruatiestoornissen vroeger vaak voorkwamen bij vrouwelijke hoppluksters. Dit effect werd toegeschreven aan een specifiek polyfenol in hop, namelijk xanthohumol. Zonder verder bewijs echter.
Recent werden bepaalde polyfenolen, zoals genisteïne en daïdzeïne, gedetecteerd in een aantal bieren, weliswaar in uiterst lage concentraties (tot 30 nanomol per liter). Deze polyfenolen, ook aanwezig in soja, zijn fyto-oestrogenen (stoffen van plantaardige oorsprong die de activiteit van het natuurlijk vrouwelijk hormoon, oestradiol, nabootsen). Fyto-oestrogenen zouden beschermen tegen bepaalde hormoongevoelige kankers (borstkanker, prostaatkanker).
In het Gents laboratorium werden de oestrogene effecten van verschillende hopvariëteiten wetenschappelijk onderzocht door middel van twee onafhankelijke in-vitro testen. De resultaten bevestigen dat hop, inderdaad, een zwakke, oestrogene activiteit heeft. De verschillende onderzochte hopvariëteiten hadden significante verschillen in oestrogene werking. De Gentse onderzoekers besloten dat hop één van de rijkste natuurlijke bronnen is van fyto-oestrogenen, vergelijkbaar met sojabonen.
De oestrogene activiteit wordt niet veroorzaakt door xanthohumol, zoals oorspronkelijk aangenomen. Evenmin blijken de sporen genisteïne en daïdzeïne verantwoordelijk te zijn. De Gentse onderzoeksgroep ontdekte dat hop – voor zover bekend - het krachtigste fyto-oestrogeen in de natuur bevat: 8-prenylnaringenine of, kortweg, hopeïne (uit “hop” en “hoop”). De oestrogene effecten van hopeïne werden ondertussen ook via in-vivo studies bevestigd.
De aanwezigheid van hopeïne in hop biedt meteen een verklaring voor de menstruatiestoornissen bij hoppluksters. Sinds de hop machinaal geoogst wordt, is dit fenomeen verdwenen en en komt langdurige blootstelling aan dergelijke hoge concentraties hop-polyfenolen niet meer voor.
De enige wijze, waarmee de mens geconfronteerd wordt met hopeïne en andere fyto-oestrogenen uit hop, is via consumptie van bier. De oestrogene activiteit van bier is daarbij afhankelijk van de keuze van de hopvariëteit en van de omstandigheden gedurende het brouwen. Daardoor zijn er oestrogene en niet-oestrogene bieren. Omdat fyto-oestrogenen ontegensprekelijk positieve gezondheidseffecten hebben, worden inspanningen geleverd om die hopsoorten te gebruiken, die een bepaalde oestrogene werking vertonen. Maar zelfs de meest oestrogeenrijke bieren hebben wellicht weinig effect op de menselijke gezondheid. De concentraties aan fyto-oestrogenen in bier zijn laag en men weet nog niets over de beschikbaarheid ervan in het lichaam bij bierconsumptie. Wel staat vast dat hop, een belangrijke bestanddeel van bier, veelbelovende gezondheidsbevorderende en medicinale eigenschappen heeft, die verder onderzoek verdienen.
Bronnen:
Tijdschrift van de Socio-Wetenschappelijke Apothekersvereniging. “Hop als medicinale plant met opmerkelijke sedatieve en oestrogene eigenschappen.” Denis De Keukeleire, Universiteit Gent, Laboratorium voor Farmacognosie en Fytochemie.
Beer and Health Symposium, CBMC, 18 october 2001. “Highlighting health benefits of hop-derived bioactive compounds unique for beer.” Denis De Keukeleire, Universiteit Gent, Laboratorium voor Farmacognosie en Fytochemie.
Internetbronnen :
http://www.bierengezondheid.be/inde...
http://www.e-gezondheid.be/hop-humu...
http://blog.fieroponsbier.be/post/1...
http://ecolonie.org/eco/nl/meewerke...
http://www.hln.be/hln/nl/15458/Mart...
Lees meer over de gezondheidsbevorderende eigenschappen van hop in bier op
http://kennisinstituutbier.nl/nieuws/hop-bier-gezond
http://waardenrug.com/article/9-ver...