Citroenmelisse (Melissa officinalis) is een vaste plant die tot de lipbloemenfamilie (Lamiaceae) behoort. De plant ruikt naar citroen. De plant groeit voornamelijk in Zuid-Europa, maar is in meer gematigde streken als Nederland en België eenvoudig te vermeerderen aangezien de plant 's winters door middel van wortelstokken voortleeft. Het geurige citroenmelisse is in menig tuin te vinden. Het is een overblijvend kruid van 30 tot 80 cm. hoog. Het heeft sterk vertakte stengels met gesteelde, eironde bladeren met gezaagde bladrand. Citroenmelisse bloeit van juni tot september met witte, gele of roze bloemen. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Citro...)
Naast zijn medische toepassingen wordt de plant in België gebruikt bij het inleggen van paling.
Citroenmelisse heeft een sterke aantrekkingskracht op bijen. Men zei zelfs dat één plant in de tuin voorkwam dat een bijenvolk wegtrok. Imkers wrijven hun bijenkasten in met citroenmelisse om nieuwe bijenvolken aan te trekken. Ook planten ze om dezelfde reden citroenmelisse rond de bijenkorven. Dit zou zeer goed kunnen werken, omdat de etherische olie in de plant chemisch sterk lijkt op een feromoon dat bijen zelf produceren. Daarom komt de naam citroenmelisse van het Oudgriekse woord Melisse, dat 'honingbij' betekent. De plant staat bekend als een belangrijke producent van nectar, de grondstof van honing. Het kruid wordt ook honingkruid, vrouwenkruid en hartelust genoemd.(https://nl.wikipedia.org/wiki/Citro...)
Citroenmelisse was 2000 jaar geleden al bekend bij verschillende volkeren. Waarschijnlijk brachten de Arabieren via Spanje de plant tot in onze streken. Aanvankelijk hielden alleen de kloosters zich bezig met de teelt van deze plant, maar naarmate meer mensen de plant op waarde schatten werd citroenmelisse meer geteeld. Citroenmelisse is een in onze streken winterharde vaste plant.
De witte tot soms lichtgele bloemen staan in de bladoksels en bloeien van juni tot oktober.De plant sterft af in de winter, maar loopt in het voorjaar terug uit vanuit de wortelstok.
Citroenmelisse werd “Levenselixer” genoemd door de Zwitserse arts Paracelsus. Hij geloofde dat het kruid een mens weer volledig tot leven kon wekken en deze mening werd gesteund door de London Dispensary uit 1696: ”Citroenmelisse zal, indien elke ochtend toegediend, iemand jonger maken, het denkvermogen versterken en een smachtende aard wat opvrolijken.” (http://ecolonie.org/eco/nl/meewerke...) Citroenmelisse wekt mensen tot leven. De Grieken en Romeinen gebruikten citroenmelisse om de neerslachtigheid te verdrijven en het geheugen te versterken. Citroenmelissethee garandeert een ‘goede oude dag’.
Van de verse of gedroogde bladeren kan thee worden gezet, al dan niet aangelengd met echte thee. Citroenmelisse is een smaakmaker bij vele recepten zoals visgerechten, soepen, sauzen en omeletten. Citroenmelissethee werkt kalmerend en ontspannend, het is slaapbevorderend en revitaliseert het zenuwstelsel. Dankzij deze eigenschappen wordt de thee met succes ingezet bij zenuwachtigheid, stress, prikkelbaarheid en slapeloosheid door stress, bij nachtmerries, paniekaanvallen, verminderd geheugen, examenvrees en intellectuele vermoeidheid. Daarnaast wordt het door de krampstillende, spijsverteringbevorderende en winddrijvende eigenschappen gebruikt bij maag/darmkrampen, kolieken, misselijkheid, winderigheid en menstruatiekrampen.
Citroenmelisse ontspant het lichaam, gaat aderverkalking tegen en beschermt het lichaam tegen schadelijke radicalen. Citroenmelisse heeft daarnaast een verkoelende werking. Daarom is het uitermate geschikt om koorts te verlagen. Ook wanneer men pijnlijke zwellingen heeft kan citroenmelisse uitkomst bieden. Tot slot verbetert citroenmelisse het geheugen, werkt het vochtafdrijvend en gaat het aderverkalking tegen. (http://mens-en-gezondheid.infonu.nl...)
Dioscorides beval citroenmelisse aan bij vrouwen met menstruatieklachten vanwege de ontspannende werking op de spieren.
Galenus adviseerde het kruid tegen slapeloosheid en hartkloppingen.
Hildegard von Bingen noemde het kruid “troosteres”, je werd er vrolijk van.
Karel de Grote verordende de aanplant van citroenmelisse in kloostertuinen.
Dodoens zag in citroenmelisse een plant die het hart versterkt en zwaarmoedigheid verdrijft.
De karmelieten maakten Karmelietenwater dat ook Melissewater of Melissegeest werd genoemd. Citroenmelisse werd hierin gecombineerd met o.a. nootmuskaat, kaneel en citroenschil. Het karmelietenwater raakte in vele apotheken ingeburgerd om bij indigestie, braken, moeilijke spijsvertering en spanningshoofdpijn toe te dienen.
Dit kruid wordt soms in de bierbereiding gebruikt voor de citroenachtig smaak.