De anijsplant (Pimpinella anisum) is een bloemdragende plant die behoort tot de schermbloemenfamilie (Umbelliferae of Apiaceae). Anijs wordt gebruikt voor het aromatiseren van gerechten en kan daarnaast een medicinale werking hebben. Anijs is niet hetzelfde als steranijs, hoewel ze vergelijkbaar smaken.
De anijsplant wordt ongeveer 50 cm hoog. De onderste bladeren zijn ongedeeld, maar naar boven toe worden de bladeren fijner gevind. Anijs heeft witte bloemschermen, en grauwgroene, peervormige, tweedelige splitvruchten. (https://www.mijntuin.org/plants/625...)
Anijs komt oorspronkelijk voor in het oostelijk deel van het Middellandse Zeegebied en West-Azië. Er is bewijs dat anijs al in het jaar 1500 voor Christus door de Egyptenaren werd gebruikt. Anijs wordt verbouwd in Zuid-Europa, het Middellandse Zeegebied, Rusland en India, maar de plant komt ook in Nederland verwilderd voor.
Anijs wordt als aromatiserend kruid gebruikt in de keuken en in alcoholische dranken. Traditioneel is het trekken van anijs in melk, dat zeer geurige (maar niet zoete) anijsmelk geeft. Anijsblokjes worden bereid van suiker met anijsolie. Daarnaast wordt aan anijs een medicinale werking toegeschreven hoewel deze niet bewezen is.
In de keuken
Anijs wordt in gerechten toegepast vanwege de bijzondere smaak die het heeft. Voorbeeld daarvan is anijsbrood. Daarnaast wordt anijs gebruikt in dranken, zoals anijsmelk en verschillende alcoholische dranken. Anijszaadjes zijn een basisgrondstof voor de 'muisjes' die gebruikt worden voor beschuit met muisjes. Ook worden anijszaadjes gebruikt voor het vervaardigen van de anijskrol. Anijs wordt onder meer gebruikt in de Franse pastis (bv. Ricard), de Griekse drank ouzo en de Turkse drank raki. Andere anijshoudende alcoholische dranken zijn absint, sambuca, arak, Bénédictine, Brokmöpke, Elixir d'Anvers, tsikoudia, tsipouro, rakija, mastika/мастика (Bulgarije) en de Baskische drank Patxaran. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Anijs)
Er is een heleboel informatie te vinden over het historische gebruik van anijszaad en anijsolie. Er is echter geen wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd dat deze claims kan bevestigen.
Medicinaal wordt anijs gebruikt als spijsverteringsmiddel. In Europa, het Midden-Oosten en in Indiase culturen wordt anijszaad gekauwd na maaltijden om de vertering te vergemakkelijken en om de adem te verfrissen. Ook wordt anijszaad ingezet als diureticum. Amerikaanse indianen gebruikten het tegen winderigheid (carminativum).
De uit de zaden (Anisi fructus) door destillatie gewonnen anijsolie wordt op grond van zijn slijmoplossende werking als hoestmiddel gebruikt. Het zou echter ook een bactericide werking hebben en tegen spierkramp en winderigheid helpen. De etherische olie van anijs bevat als hoofdbestanddeel anethol, een fyto-oestrogeen met oestrogene werking.
In het oude India werd een mengsel gemaakt van fijngemalen anijs, steranijs en honing dat op de genitaliën werd aangebracht als krachtig afrodisiacum. De oude Romeinen voegden anijs toe aan bruidstaarten om de pasgehuwde koppels een handje te helpen in de slaapkamer. Anijs kan helpen om vermoeidheid tegen te gaan. Het is een kostbaar kruid, in de oudheid werden er de belastingen mee betaald. Op een kussen gespeld, geeft het een ijzeren kalmte. Het zou ook de aanmaak van moedermelk bevorderen, dus op die manier ook al een passionele ingrediënt als men daartoe plannen heeft. (https://martineprenen.be/nl/blog/kr...)