Fruit/noten/bonen

De watermeloen (Citrullus lanatus, synoniem: Citrullus vulgaris) is een vrucht met vochtig, zoet vruchtvlees. In het vruchtvlees, dat meestal rood is, maar ook wit, roze, geel of oranje van kleur kan zijn, zitten de pitten. Het rode vruchtvlees bevat het hoogste gehalte lycopeen van alle rauw geconsumeerde vruchten (indien een tomaat gekookt wordt, bevat deze relatief meer lycopeen).

Noten en zaden staan ook bekend als libidoverhogend en potentieversterkend. Met name pistachenoten, amandelen en hazelnoten geven de potentie een boost.

Amandelnoten

De papaja (Carica papaya) is een plant uit de familie Caricaceae.  Soms wordt de vrucht ook met papaya aangeduid, dit is de Engelse schrijfwijze. De plant is nauw verwant aan de bergpapaja (Vasconcellea cundinamarcensis, synoniem: Carica pubescens).
In België en Nederland wordt de papaja vanuit Midden-Amerika, Azië, Midden- en Zuid-Afrika ingevoerd. Er is bij de aanvoer van de papaja weinig tot geen sprake van seizoenen; de vrucht is het hele jaar te koop. (https://www.wikiwand.com/nl/Papaja)

Passievrucht is een heerlijke, zoete, tropische vrucht. Hij was al bekend bij de Azteken. Een passievrucht of markieza (Portugees: maracujá, Spaans: maracuyá) is een vrucht afkomstig van passiebloemen. De passiebloem is een vrij grote klimplant die tot 15 meter hoog kan klimmen. De plant groeit, onder gunstige omstandigheden, zeer snel maar wordt niet erg oud. Hij hecht zich vast met behulp van windende ranken. Op de bladstelen of op de stengels kunnen kleine, langwerpige gele structuurtjes voorkomen. Deze lijken enigszins op vlindereitjes.

Abrikozen, perziken en nectarines alle behoren tot de Prunus familie van fruit bomen (die omvat ook pruimen), dus ze zijn zeer nauw verwante en dus begrijpelijkerwijs gemakkelijk te verwarren met elkaar. Deze vruchten zijn soms gezamenlijk aangeduid als "steenfruit" omdat zij allen delen één kenmerk gemeen--een grote, harde pit of steen in het midden die als de vrucht van zaad fungeert.Perziken werden samen met abrikozen werden door de bekende plantkundige Nicholas Culpeper beschreven als “de vruchten van de boom van Venus”.

De pompelmoes (Citrus maxima) is een citrusvrucht die wel wat lijkt op de grapefruit (Citrus ×paradisii) maar groter is, met een dikkere schil. De pompelmoes is een van de ouders van de grapefruit, die een kruising is; de andere ouder is de sinaasappel (Citrus sinensis). De naam pompelmoes komt waarschijnlijk oorspronkelijk uit het Tamil (pampa limāsu (பம்பரமாசு) = grote citroen, vgl. Portugees pomposos limões) en is via het Nederlands door andere talen overgenomen, zoals te zien in het Italiaanse pompelmo[1] Franse pamplemousse en het Duitse Pampelmuse.

De pruim is een boomvrucht, meer bepaald een naam voor bepaalde soorten steenvruchten van het geslacht Prunus, die geteeld worden voor consumptie. Tot de cultuurpruim Prunus domestica behoren zowel de tafelpruimen, die groot en vaak sappig zijn, als de kleinere en nogal droge kwetsen, die veel in bereidingen van jam (moes) of jenever gebruikt worden. De mirabellen of kroosjespruimen worden vaak tot een andere soort gerekend, namelijk Prunus insititia.

De vijg is de vrucht van de vijgenboom (Ficus carica). De vrucht is van oorsprong vrij droog en zoet van smaak, maar wordt in Nederland en België voornamelijk gekonfijt gegeten. Verse vijgen zijn tegenwoordig ook steeds meer in supermarkten, groentewinkels en op markten verkrijgbaar.

Bij de vlierstruik gebruikt men zowel de vlierbloesems (zie onder bloemen) en de vlierbessen.  De gewone vlier behoort tot de oudste en meest favoriete geneeskrachtige planten. Ook in de mythologie speelt de plant een grote rol. De vlier werd door de Germaanse volkeren beschouwd als een heilige struik die gewijd werd aan de god Thor. Deze moest bescherming geven tegen heksen en boze geesten.Volgens de Germanen woonde in de vlier de beschermende huisgodin Vrouw Holle of Holda. Zij beschermde de mensen en het vee tegen ziekte, onheil en blikseminslag.

De zwarte bes (Ribes nigrum) is een plant uit de ribesfamilie (Grossulariaceae). De zwarte bes komt ook in het wild voor op natte, voedselrijke grond in loofbossen en dan vooral in moerasbos. De zwarte bes bloeit vroeg, van april tot mei, en is daardoor gevoelig voor nachtvorst. Dit is de reden dat de teelt voornamelijk in de kuststreek plaats vindt. De zwarte bes is zelfbestuivend, maar kruisbestuiving geeft meer vruchten. Zwarte bessen worden door middel van stekken vegetatief vermeerderd.

Pagina's

Abonneren op Fruit/noten/bonen